‘De technieksector in Hoogeveen moet uit zijn schulp kruipen en trots zijn’

In Hoogeveen wordt volop ingezet op samenwerking, niet alleen met mbo’s maar ook met vo’s en het bedrijfsleven. Dat begon uit noodzaak, maar zorgt inmiddels voor veel enthousiasme om meer plannen uit te rollen.

Het aantal leerlingen in Hoogeveen en de regio is de afgelopen jaren fors gedaald. En de krimp heeft z’n diepste punt nog niet bereikt, vertelt Petra Hummel, projectleider Techniek op RSG Wolfsbos in Hoogeveen. “Twee jaar geleden hadden we 120 nieuwe leerlingen in klas 1, dit jaar zijn het er 65. En er komt nog 15 procent krimp aan.” Die cijfers vroegen om maatregelen die moesten voorkomen dat vakken te weinig leerlingen hadden. De vijf profielen die de school aanbiedt, staan onder spanning. 

Zo ontstond het idee om een samenwerking aan te gaan met de vo-buren, het Roelof van Echten College. “Wij konden onze techniekprofielen niet langer omhooghouden, en zijn dus gaan bespreken of we leerlingen kunnen uitwisselen. Door leerlingen samen te voegen, kunnen we grotere klassen creëren.” Al in 2008 begon de samenwerking met de buren op het gebied van techniek, legt Hummel uit. “Maar we wilden meer, gezamenlijk een breder pakket aanbieden, meer leerlingen enkele oriëntaties laten doen en hen zo laten vooruitblikken op het mbo. Maar sinds het nieuwe vmbo kan dat niet meer, het moesten keuzemodules worden.” En zo geschiedde.

Van de voormalige oriëntatievakken werden keuzemodules gemaakt. Deze aanpassing was een gezamenlijke aanpak van RSG Wolfbos (BB en KB), Roelof van Echten (BB en KB), (3e schoolnaam) en het Alfa College (mbo). Sinds 2009 werken de scholen samen, sinds anderhalf jaar wordt bekeken hoe de keuzemodules moeten worden ingevuld. 

Keuzemodules met meer leerlingen
De modules worden gegeven op de school met expertise en de meest bruikbare apparaten en materialen. Zo heeft het Roelof van Echten enkele technische modules die bij hen worden aangeboden. RSG Wolfsbos heeft een schilderafdeling en spuiterij, waardoor zij de keuzemodules Interieurontwerp en Design, Design en Decoratie, Interieurontwerp, Stands en Betimmeringen aanbieden. “Deze drie groepen hebben gelijktijdig les, waardoor er ongeveer twintig leerlingen rondlopen, waarvan de helft van de andere school.” 

Inmiddels worden er al meer keuzemodules gezamenlijk aangeboden, zowel voor PIE- als BWI-leerlingen. Zo wordt bij de buren ook de vakken motorvoertuigen en transport aangeboden en is het de bedoeling dat deze keuzemodules volgend jaar ook in het programma komen. “De totale groep die keuzemodules volgt, bestaat nu uit zo’n zeventig tot tachtig leerlingen. Als we die twee richtingen erbij betrekken, zijn het er zo’n honderd voor zes keuzemodules.” 

Doorlopende leerlijn
De samenwerking tussen vo en mbo heeft ook als doel om mogelijkheden te creëren voor een doorlopende leerlijn. “We hebben gekeken naar de overlap die er soms is tussen het vierde jaar vmbo en eerste jaar mbo. Zo ontstonden de keuzemodule utiliteitsinstallaties en twee lasmodules.” Wil een PIE-leerling doorstromen naar het mbo en kiest het de module utiliteitsinstallaties, dan kan er zo’n honderd uur leerwinst geboekt worden voor de mbo-opleidingen Installatietechniek of Elektrotechniek, aldus Hummel. 

“Hetzelfde geldt voor de modules Booglasprocessen en Praktisch Booglassen, die leerlingen een voorsprong geeft op de mbo-opleiding tot lasser.” De leerling kan concrete winst boeken, mits deze mogelijkheid wordt benut. “Als een leerling op het mbo achterover hangt omdat hij iets al weet, dan werkt het niet. Maar er kan wel winst geboekt worden.” 

Wat wel wordt opgemerkt is het feit dat kaderleerlingen die naar niveau 4 doorstromen, vaak wat achterstand hebben bij vakken als wiskunde, natuurkunde, Nederlands en Engels. “Sneller het onderwijs doorlopen is dus een optie, maar vaak wel met wat extra ondersteuning bij die andere vakken.” 

Ook in het basisonderwijs wordt geïnvesteerd, vertelt Hummel. Op 25 basisscholen in de regio wordt een wetenschap- en technologieroute aangeboden. “Die bestaat uit zes onderdelen, die deels op de school en deels bij het bedrijf Bouwmensen Ruinen worden gedaan. Ze krijgen wat theorielessen en voeren de praktijk uit bij ons op school. Zo krijgen ze leerlingen al een idee van wat er op onze school gebeurt”

Proeve van bekwaamheid
Wat helpt is dat het mbo maatwerk wil leveren, en vooral wil voortbouwen op wat een leerling wel kan, aldus Hummel. “Daarom willen we onze samenwerking ook blijven ontwikkelen. We denken momenteel na over een proeve van bekwaamheid die voor het schoolexamen gedaan kan worden. We willen dat docenten van het mbo en mensen uit het werkveld deze proeve komen beoordelen. Zo betrekken we bedrijven bij dit proces.” 

Het werkveld moet de komende jaren meer betrokken worden in het onderwijs in Hoogeveen. Inmiddels staat er in de hal van de school een gasinstallatie van Rendo, een lokale netwerkbeheerder die belang heeft bij leerlingen uit de elektro- en installatietechniek. “De constructie staat op school om te laten zien, doel is om het elektriciteitsnetwerk verder uit te breiden. We willen ook graag dat het bedrijfsleven gastlessen gaan geven.” Idealiter gaan leerlingen ook mee met bedrijven. “Maar we kunnen tieners niet in een transformatorhuisje neerzetten, dan zit Hoogeveen mogelijk zonder stroom.” 

Vrienden van Techniek
Uit het enthousiasme van het werkveld ontstond de stichting Vrienden van Techniek, inmiddels zo’n anderhalf jaar geleden. Mensen uit verschillende bedrijfssectoren, zoals metaal, bouw, infrastructuur, ICT, motorvoertuigen en het onderwijs, zijn hierin vertegenwoordigd. Gezamenlijk wordt bekeken wat er in de regio nodig is. “Ik spreek de projectleider wekelijks. Er is veel vertrouwen onderling, we kunnen elkaar aanspreken als dingen niet helemaal lekker lopen. En samen kunnen we meer.” 

De bedrijven worden ook betrokken tijdens avonden waarop ouders en leerlingen op de school komen kijken. “Zes bedrijven zijn aanwezig om te vertellen over het arbeidsperspectief, en welke opleiding er nodig is om bij hen aan de slag te gaan. Dat is interessanter dan een docent die vertelt over het onderwijs.” Ook op de open dag zijn deze bedrijven aanwezig, en vertellen zij ouders en toekomstig leerlingen over het vak en het werk. Ook is er een doe-activiteit voor de leerlingen.

Meer leerlingen en meer zichtbaarheid
Hummel hoopt dat de twee buurscholen in de toekomst hun programmering van het onderwijs goed op elkaar hebben afgestemd en er een groter aantal leerlingen BB en KB is. De keuze voor het profiel bepaalt de locatie van de school, het maakt niet meer uit op welke school je zit. Ook hoopt Hummel dat leerlingen door de keuzemodules in vijf jaar het niveau 2-diploma kunnen behalen en naar niveau 3 kan doorgroeien. “Er is in de regio ook meer werk op niveau 4, dus we moeten leerlingen samen met het werkveld uitdagen om door te stromen. Met de juiste begeleiding komen zij er wel.” 

Ook hoopt Hummel dat de technieksector een beetje uit zijn schulp zal kruipen. Zo wordt er nagedacht over een kleinschalige techniekconferentie, waar regio’s uit de omgeving worden uitgenodigd om te kijken wat Hoogeveen probeert neer te zetten met alle betrokken partijen. “We willen een Good practice day organiseren, om te laten zien wat we als technieksector allemaal doen. We kunnen er wel over vertellen, maar het is beter om dit samen te laten zien. We moeten trots zijn op wat we aan het doen zijn. ”

‘eHealth is bij ons echt een verlengstuk van de behandeling’

‘30 procent vrije ruimte voor onderwijs? Problematisch!’