Stagiairs van het mbo op de redactie: langzaam raken ze meer in trek

De Journalistiek richt zich vooral op leerlingen van hbo-opleidingen en bijpassende universitaire studies. Maar ook op de mbo media-opleidingen wordt volop geïnvesteerd in het actueel houden van het onderwijs en het opzetten van samenwerkingen met een uiteenlopend werkveld. Met succes.

Waar de stageplekken bij de grote mediabedrijven vaak gevuld worden met hbo-studenten Journalistiek of universitair opgeleide praktijkzoekers, is er nog weinig oog voor de mbo’ers die een media-opleiding volgen. Langzaam komt daar verandering in, maar zeker niet overal, zien opleidingsmanagers in het land.

Mbo’s in het hele land bieden media-opleidingen aan, zoals Mediaredactie, Mediavormgever of Mediamanager. Leerlingen krijgen in drie jaar een programma aangeboden dat vol zit met vakken om hun schrijven, produceren en creëren te verbeteren. De opleiding Mediaredactie valt het beste te omschrijven als een mbo-versie van een hbo Journalistiek, hier staat het schrijven centraal. 

Op het ROC in Amsterdam en Flevoland volgen 2000 leerlingen media-onderwijs, vertelt Ben Visscher, programmamanager Media & Vormgeving en ICT. Dat de school op het Mediapark zit, helpt bij het opzetten van samenwerkingen met de bedrijven in de omgeving. “Er worden veel gesprekken met andere partijen gevoerd om ervoor te zorgen dat de opleidingen naadloos aansluiten op de arbeidsmarkt”, aldus Visscher. “We praten ook met reclamebureaus en bedrijven in PR en marketing.”  

Uit de praktijk
Visscher erkent dat de kennismaking met nieuwe technieken of middelen op het mbo niet altijd van het juiste niveau is. “Daar hebben we vaak ook niet de middelen voor. Het gaat meer om een kennismaking met deze nieuwe ontwikkelingen.” 

Op het Mediacollege in Amsterdam werkt ongeveer de helft van de docenten van de opleiding Mediaredactie nog deels in de praktijk. “Zij nemen die kennis ook weer mee naar de school”, vertelt docent Floris Mulder. “Toch kan een school zich nooit zo snel ontwikkelen als het bedrijfsleven”, vindt Eric Holtman, directeur van ROC Midden-Nederland. Op deze school starten elk jaar 25 tot 30 leerlingen aan de opleiding Mediaredactie.

Het is ook niet altijd relevant om ontwikkelingen in het werkveld bij te willen houden, vindt Pieter Jansen, docent Mediaredactie op Landstede in Zwolle. “Het gaat om de skills die je ze leert, een manier van denken en het leren leren. Dat is minstens zo belangrijk.” Naast de praktijkkennis van de docenten helpt het ook om met gastlessen mensen uit de praktijk naar de school te brengen, vindt Jansen. “Wij werken ook met externe opdrachtgevers. Zo maakten we twee jaar geleden voor de gemeente Zwolle een krant over een nieuwbouwproject die in 60.000 brievenbussen belandde.” 

Snelheid
Ook de praktijkbegeleiders op de stageplekken beantwoorden de vraag welke vaardigheden leerlingen moeten hebben. “Dan gaat het vaak over het niveau van de Nederlandse taal, maar dat is niet alleen op het mbo een probleem”, denkt Mulder. Waar het soms misgaat voor de leerlingen is de snelheid waarin er gewerkt moet worden op sommige redacties. “De factor snelheid gecombineerd met goed schrijven, dat is soms te veel”, ziet Mulder. “Het zijn tieners. Dus om snel te moeten handelen, de situatie te overzien en ermee aan de slag te gaan, dat is soms lastig. Maar ik twijfel of dat alleen bij het mbo zo is.”  

De leerlingen op het mbo zijn ook heel verschillend, ziet Jansen. “Je hebt aan de ene kant de groep die de havo net wel of net niet gehaald hebben, en aan de andere kant de groep die een lastige schoolcarrière heeft. Dat zorgt voor een heel gemixte groep. Soms komt een leerling op de eerste stagedag al te laat, dat is een slechte match.” 

In totaal gaat zo’n dertig procent van de studenten van ROC Midden-Nederland naar het hbo, aldus Holtman. Opvallend is dat zo’n tachtig tot negentig procent van de leerlingen Mediaredactie van het Mediacollege naar het hbo gaat. Bijvoorbeeld naar de opleiding Creative Business, of Communicatie. De School voor Journalistiek is niet erg in trek. 

Toenemende interesse
Is er genoeg aandacht voor de mediastudenten van de mbo’s in de journalistiek? Uiteindelijk is een mbo-stagiaire een andere investering dan een hbo’er, zegt Visscher. “Het vraagt vooral in het begin om meer begeleiding en dat willen bedrijven vaak niet. Al zie ik wel dat sommige werkgevers ons hebben herontdekt. Er zijn weer stages bij RTL en Talpa.”

Mulder ziet ook de interesse in het mbo toenemen in de mediawereld. “We krijgen vaak positieve berichten van bedrijven die voor het eerst een mbo-stagiair hebben, vooral door hun inzet. Maar veel bedrijven zijn huiverig.” De stagiaires van Landstede komen bij regionale en lokale omroepen terecht, maar ook bij goede doelen en politieke partijen. “Overal waar content gemaakt wordt, is wel plek.” 

Ze komen bij lokale en regionale tv-zenders en landelijke media als De Telegraaf terecht, aldus Holtman. Ze richten zich ook vaak op sociale media bij deze organisaties en bedrijven. “De hbo’s richten zich daar niet echt op.”

Moderne nieuwsgaring
Holtman vindt dat er nog steeds te weinig naar de mbo’s wordt gekeken. “De focus ligt op de hbo’s veel op de schrijfvaardigheid, dus wij hebben ervoor gekozen om de opleiding Mediaredactie niet alleen daarop te richten.” De opleiding wil zich richten op moderne nieuwsgaring, met de focus op beeld. “Het schrijven moeten de studenten wel kunnen, maar het onderwijs gaat ook over campagnes bedenken, interviewen en social media bijhouden.” Holtman is ervan overtuigd dat tekst minder belangrijk zal worden in de journalistiek. “Beeld gaat alleen maar belangrijker worden.” 

Twee jaar geleden kwam Holtman in contact met het journalistieke onderzoekscollectief Bellingcat, enkele docenten deden er een training. “Daar hebben we nu een samenwerking mee, elk jaar een nieuw project. Daarbij richten we ons op de onderzoeksjournalistiek vanuit de beeldende kant. Studenten leren door middel van onderzoekende researchvaardigheden een tijdlijn te bouwen met beeldmateriaal. Dat zijn hele mooie projecten, daar ben ik heel trots op.”

Eeva Liukku (Vers Beton) gelooft in uitspreken waar je voor staat, broer Antti (AD) doet aan ‘neutrale’ journalistiek

Joost en Coen Ramaer: “Media kijken te veel naar de concurrentie”