‘Het leven als dakloze breekt me steeds meer op, ik heb mezelf minder in de hand’

Het aantal daklozen is in tien jaar tijd verdubbeld, de nachtopvang is propvol en de huizenmarkt zit op slot. Daklozen lopen tegen zoveel hordes aan, dat ze maar moeilijk de situatie weten te veranderen. Het gevaar bestaat dat mensen die langer op straat leven de controle over hun leven verliezen.

Na zijn scheiding besloot Roland (49) het koophuis in Amsterdam aan zijn ex-vrouw te geven, vanwege de kinderen. “Die eerste periode sliep ik in een caravan op een camping. Maar ik was emotioneel helemaal kapot en kon het niet opbrengen om mijn leven te organiseren.” Daardoor kreeg Roland steeds meer problemen. “Ik had geen inschrijfadres of zorgverzekering, geen overzicht op boetes. Ik was een neerstortend vliegtuig.” Hij meldde zich bij de screeningsbalie van de GGD. 

Wie dakloos raakt, moet naar een screening van de GGD waar aan de hand van een matrix wordt gekeken of je zelfredzaam bent. Deze matrix brengt in beeld of er financiële problemen zijn, sprake is van drugs- of alcoholgebruik en of er een sociale omgeving is. Wie zelfredzaam wordt geacht, is niet welkom in de maatschappelijke opvang en moet zelf alternatieven vinden. Deze groep daklozen slaapt in auto’s, bij vrienden of buiten.

Zo ook Roland, die zelfredzaam werd bevonden omdat hij soms nog wat werk deed. “Maar ik was dakloos, had geen uitkering en kon niet naar de opvang. Ik kwam in een soort vacuüm terecht en de problemen stapelden zich op. Na zo’n tien jaar dakloos te zijn geweest, woon ik nu op een bootje en is mijn leven pas weer wat rustiger geworden.”  

Grote groei in aantal daklozen
Het aantal daklozen in Nederland groeide tussen 2009 en 2018 van 18 duizend naar ruim 39 duizend, aldus het CBS. Ruim 37 procent van alle daklozen verbleef in de vier grootste gemeenten van het land: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag of Utrecht. Het gaat om mensen tussen 18 en 65 jaar oud, maar de jonge groep daklozen tussen 18 en 30 jaar oud verdrievoudigde in dit tijdsbestek. 

Dat deze problemen groot zijn, valt meer partijen op. De Rekenkamer sprak zich uit, wethouders van de vier grote steden stuurden een brandbrief over de situatie en de landelijke ombudsmannen stokken aan de bel. Desondanks zei staatssecretaris Paul Blokhuis (ChristenUnie) dat hij zich “rot geschrokken was” over de cijfers.

Deze nieuwe landelijke cijfers waren voor Dennis Lahey, directeur Belangenvereniging drugsgebruikers Amsterdam, geen verrassing. “We hebben jaren te maken gehad met decentralisatie van de zorg en bezuinigingen. Ondertussen explodeert de woningmarkt, groeit het aantal daklozen en worden veel sociale woningen verkocht aan particulieren.” Dit zorgt ervoor dat de groep die recht heeft op een sociale woning, deze lang niet altijd kan krijgen. Met als gevolg dat zij naar de nachtopvang moeten, waar wordt bekeken of iemand zelfredzaam is. In de praktijk blijkt dat er niet alleen te weinig plek is in de nachtopvang voor de niet-zelfredzaam bevonden dakloze.


Leven op de rit krijgen
Ook de groep die wél zelfredzaam wordt bevonden weet niet altijd hoe het leven weer op de rit te krijgen is. En heeft hier ook niet altijd de juiste middelen voor. De screening voor zelfredzaamheid is dan ook niet verkeerd, maar wel als het als een uitsluitingscriterium wordt gebruikt, aldus Lahey. “Deze mensen zijn op straat beland, dus hoe zelfredzaam ben je dan? De informatie uit de matrix moet de basis zijn voor het zoeken naar de juiste hulp voor deze groep. En wees blij dat mensen zich melden.” 

Het is slopend om geen dak boven je hoofd te hebben, vertelt meneer Lagenhorst uit Zaandam. In zijn stad is niet elke nacht plek voor daklozen. Hierdoor kan hij drie nachten binnen slapen, maar is de regel dat hij daarna weer drie nachten buiten moet doorbrengen. De nachten zijn kort, vertelt Lagenhorst. “Soms voelt mijn lichaam op omdat ik niet genoeg rust heb gehad, en dan ligt er nog een lange dag voor je.”

Ook de 31-jarige Steffen uit Duitsland overnacht regelmatig op straat. “Ik zorg altijd dat ik zoveel mogelijk beschut ben tegen regen en wind maar de storm van de afgelopen week is ook voor mij te heftig. Dan ben ik blij dat er hier binnen soms een plekje voor me is ook al vind ik het stressvol hier met veel mensen in een ruimte te moeten zijn.”

In de grote steden is het voornaamste probleem voor daklozen het vinden van een nieuw huis, maar daklozen hebben soms al een lange geschiedenis met het hoofd boven water houden, aldus Dennis Lahey. “Deze mensen hebben ook financiële problemen en komen daar niet uit als ze op straat leven. Ze verliezen het overzicht en zicht op prioriteiten.”

Daarnaast is er ook een groep die in eerste instantie nog goed kan functioneren na dakloos te zijn geworden, maar die hard achteruitgaat door opstapelende problemen, aldus Lahey. “Ze merken dat ze nergens aanspraak op maken en dat niets lukt. Het zorgt voor veel boosheid bij ze, omdat ze jarenlang hebben gewerkt, belasting hebben betaald en nu nergens recht op hebben.”

Kostendelersnorm zorgt voor problemen
Een bijkomend probleem is de kostendelersnorm, een regel die het delen van een huis moeilijker maakt. Voor het vaststellen van de bijstandsuitkering wordt naar het inkomen van alle inwoners wordt gekeken. Zijn er drie huisgenoten die met hun inkomen niet een huis voor zichzelf kunnen betalen, dan krijgen zij een lagere uitkering als zij samenwonen. Hoe meer personen in huis, hoe lager de uitkering.

Daklozen zijn vooral gebaat bij goede maatschappelijke hulp, vindt Lahey. “Mensen willen hun zaken op orde krijgen, maar dat lukt niet als je wekelijks maar een halfuur kan praten met iemand. Er moet meer ondersteuning komen om hen uit deze situatie te halen, waarbij een slaapplek van groot belang is. Buiten slapen is een fulltime baan, het is overleven. Dan kom je niet ondertussen van je problemen af.”

 Dat merkt ook Steffen. Het leven op straat breekt hem op, merkt hij steeds vaker. “Het continu in de overlevingsmodus zijn, dat doet iets met mijn geest. Ik dwaal af van dat wat goed voor me is en ik vergeet hoe het zou kunnen zijn om in een normaal huis te wonen.” Ook merkt Steffen da hij in gezelschap van andere mensen steeds achterdochtiger en agressiever wordt. Iets waar mensen daar niet goed op reageren. “Ik maak me best wel zorgen, want ik heb mezelf steeds minder in de hand.”

Meester Hidde: ‘Ik zal altijd proberen de leerlingen te enthousiasmeren voor de lesstof’

‘Twintig procent van de onderwijstijd moet bij bedrijven worden gevolgd’